Aloë Vera
Resultaat 51–83 van de 83 resultaten wordt getoond
Resultaat 51–83 van de 83 resultaten wordt getoond
De Aloë Vera komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten en is vandaag de dag te vinden in Afrika, Zuid-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied.
De stugge, dikke bladeren met tandvormige stekeltjes aan de randen groeien in een langwerpige vorm recht omhoog en zijn maximaal zo’n 60 cm lang. De Aloë Vera is niet giftig; de gel, die uit de plant afkomstig is, wordt soms zelfs gebruikt in sap of honing. Dit wordt echter niet aangeraden bij een plant die bedoeld is als kamerplant, omdat deze bepaalde bewerkingen ondergaan kan hebben.
De Latijnse naam van Aloë Vera is Aloe barbadensis. Aloë is naar alle waarschijnlijkheid afgeleid van het Hebreeuwse “allal” of het Arabische “alloeh”, wat allebei “bittere substantie” betekent. In Afrika wordt de plant Aalwijn (bitter sap) genoemd. Tevens wordt hij aangeduid als "Hitteplant", omdat hij zeer goed tegen de hitte kan en lang zonder water kan overleven.
Na een rustperiode gedurende de winter, wanneer de plant weinig voeding en water mag krijgen, komt de Aloë Vera soms tot bloei. De bloemen van de Aloë Vera zijn meestal rood of geel en groeien op lange stengels recht omhoog vanuit het hart van de plant.
Omdat Rhipsalis een vetplant is, is deze erg geschikt voor mensen die nogal vergeetachtig zijn met het geven van water.
De Aloë Vera kan water opslaan in zijn bladeren en heeft daarom maar weinig water nodig. In de herfst en de winter heeft de vetplant zelfs wekenlang geen water nodig. Tussen april en oktober volstaat een beetje water, om uitdroging van de wortelkluit te voorkomen. Te veel water kan, in combinatie met een tekort aan licht, leiden tot rot.
De Aloë Vera kan veel verdragen: van half schaduw tot volle zon. Wanneer je de plant op een plaats met veel lichtval zet, zal hij sneller groeien. Hoe verder je hem van het raam af plaatst, hoe groter de kans op rot wordt.
De Aloë Vera kan temperatuurschommelingen tussen 5 en 30°C prima aan. De plant kan ook buiten geplaatst worden, vooropgesteld dat het niet meer gaat vriezen, want daar kan deze plant absoluut niet tegen.
Omdat de Aloë Vera flink kan groeien, is het verstandig de plant om de twee jaar te verpotten. Het voorjaar is hiervoor het meest geschikte moment. Gebruik een pot die minstens 20% groter is dan de voorgaande, zodat de wortels genoeg ruimte hebben.
Om lelijke bladeren weg te halen of om de Aloë Vera in model te brengen, kun je eenvoudig bladeren wegknippen of -snijden.
Door uitlopers aan de onderkant van de plant te plukken, kun je de Aloë Vera stekken. De uitlopers moeten eerst drie dagen drogen alvorens ze in een mix van één deel zand en twee delen compost geplaatst kunnen worden. Plaats, om de plant sneller te laten groeien, het stekje in een plastic zak, zodat de luchtvochtigheid wordt verhoogd.